Naar Efeze, Van "Wie wandelt in het midden van de zeven..."

“Schrijf aan de engel van de kerk van Efeze; Dit zegt hij die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt, die wandelt in het midden van de zeven gouden kandelaars;’ (Openbaring 2:1)

Van alle zeven kerken van Azië wordt Efeze het eerst aangesproken, en Efeze wordt het meest genoemd in de rest van de Bijbel. Efeze was een bolwerk van het heidendom en de apostel Paulus evangeliseerde hen eerst voor Christus en werkte later samen met Timotheüs om hen te helpen vestigen. Paulus schreef ook een van zijn brieven specifiek aan de kerk van Efeze, en deze brief richt zich vooral op de aanwezigheid van Jezus Christus in de kerk en de "hemelse plaatsen" die bestaan wanneer Christus daar is:

  • “Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in hemelse plaatsen in Christus:” (Efeziërs 1:3)
  • “Opdat hij in de bedeling van de volheid der tijden alle dingen in Christus zou verzamelen, beide die in de hemel zijn en die op aarde zijn; zelfs in hem: in wie wij ook een erfenis hebben verkregen, voorbestemd volgens het doel van hem die alle dingen werkt naar de raad van zijn eigen wil: dat wij zouden zijn tot lof van zijn heerlijkheid, die eerst op Christus vertrouwde. Op wie u ook vertrouwde, daarna hebt u het woord der waarheid gehoord, het evangelie van uw heil; in wie u daarna ook hebt geloofd, bent u verzegeld met die heilige Geest der belofte” (Efeziërs 1:10-13)
  • "Maar God, die rijk is aan barmhartigheid, heeft ons vanwege zijn grote liefde waarmee hij ons heeft liefgehad, zelfs toen we dood waren in zonden, ons samen met Christus levend gemaakt (door genade bent u behouden); en heeft ons samen opgewekt en deed ons samen zitten in hemelse plaatsen in Christus Jezus: opdat hij in de komende eeuwen de buitengewone rijkdom van zijn genade zou tonen in zijn goedertierenheid jegens ons door Christus Jezus.” (Efeziërs 2:4-7)

Dus hier in Jezus' toespraak tot Efeze zien we dat hij benadrukt dat hij de volledige controle heeft over zijn ware bediening en dat hij altijd in het midden van zijn volk is geweest (de zeven gouden kandelaars). In zijn laatste instructies aan de discipelen voor Jezus werd opgenomen in de hemel zei hij met volledige autoriteit over hen:

Alle macht is aan mij gegeven in hemel en op aarde. Ga daarom heen en onderwijs alle volken, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest; leer hun alles te onderhouden wat ik u ook heb geboden; en zie, ik ben altijd bij je, zelfs tot het einde van de wereld. Amen." (Matt 28:18-20)

Jezus heeft alle autoriteit en controle in zijn koninkrijk, en zijn ware dienaren zijn zijn dienaren in zijn rechterhand van controle. Ware dienaren doen wat de meesters bieden, niet die van henzelf, en Jezus, de Koning, woont onder zijn volk.

Vóór elke boodschap aan elke kerkgemeente van Azië benadrukt Jezus een aspect van zijn karakter dat al in hoofdstuk één is geopenbaard. Hier benadrukt hij dat zijn ware bediening onder zijn controle staat (“de zeven sterren in zijn rechterhand”), en dat hij altijd onder zijn ware volk is (“die wandelt in het midden van de zeven gouden kandelaars”). Op een andere plaats zei Jezus: "Want waar twee of drie in mijn naam samen zijn, daar ben ik in hun midden." (Matt 18:2)

Jezus in het midden van de zeven kandelaars

Opmerking: het is erg belangrijk om te onthouden: de weg Jezus benadrukt hoe hij onder zijn volk is! Het is door te midden van de 'zeven gouden kandelaars' te wandelen. De kandelaars vertegenwoordigen het licht van de ware kerk in elk tijdperk van tijd (zie opmerkingen bij Openb. 1:11-13.) Daarom is Jezus de plaats waar mensen (het kunnen er maar een paar zijn) samenkomen om Jezus in waarheid te aanbidden en te dienen ( volgens zijn woord) en in overeenstemming (zonder verdeeldheid of twist.)

“Nogmaals, ik zeg u, dat indien twee van u op aarde overeenkomen iets aan te raken dat zij vragen, het voor hen gedaan zal worden door mijn Vader die in de hemel is. Want waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn, daar ben ik in hun midden.” (Mat 18: 19-20)

Deze aanwezigheid van Jezus Christus onder zijn volk, en de controle over zijn bediening, was vooral de toestand van de vroege kerk toen de apostelen nog leefden en haar voor Christus oprichtten. Bijgevolg zal de nadruk tijdens deze studie liggen op de overeenkomsten van de kerk van Efeze (of het kerktijdperk van Efeze) met de vroegchristelijke kerk. Maar dit wil niet zeggen dat de geestelijke behoeften die beschreven zijn met betrekking tot de kerk van Efeze niet kunnen worden toegepast op de geestelijke toestand van mensen in andere tijden in de geschiedenis. (In feite heb ik in mijn eigen leven dezelfde geestelijke toestanden gezien die in Efeze worden beschreven bij sommige mensen.)

Merk op waar dit bericht zich binnen de volledige context van het bericht van Openbaring bevindt. Zie ook de “Routekaart van Openbaring.”

Overzichtsdiagram Openbaring

nl_NLNederlands
Openbaring van Jezus Christus

GRATIS
BEKIJK